|
||||||||
Big Dave McLean uit Winnipeg, loopt al jaren mee in de Canadese bluesscene, hij viel voor het blues genre na het beluisteren van John Hammond op het Mariposa Folk Festival in 1969, Hammond bracht hem ook de eerste kneepjes van de bluesgitaar bij. Hij leerde hem het Bo Diddley nummer “I’m a man” te spelen, veel later zei Dave over deze ontmoeting “he was one of the most courteous gentlemen on this planet, you know, totally helpful, inspiring “. Zijn eerste album kwam uit in 1989 met de titel “Muddy Waters for president”, niet lang daarvoor stond hij in het voorprogramma van zijn held. In al zijn 6 voorafgaande albums bracht Dave vooral zijn eigen interpretaties van nummers van zijn idolen als Robert Johnson, Muddy Waters en Elmore James, maar op dit album het derde op rij met gitarist Steve Dawson als producer, besloot hij om de zaken anders aan te pakken. Eigen nummers en niet weer gewoon een simpel bluesalbum, “When I arrived at the Warehouse Studio in Vancouver, I just unpacked my guitar, blinked, and looked around the room at everyone. I took a breath and said, Hi my name is Dave and this is in the key of E, That’s when the magic started”. De groep waarmee Big Dave hier werkt zijn allemaal muzikanten die min of meer behoren tot de huishouding van het Black Hen label. Steve Dawson op akoestische en elektrische gitaar , slide gitaar, national steel gitaar, zang en producer, Jeremy Holmes op basgitaar en contrabas, Gary Craig op drums en percussie, Chris Gestrin op piano en orgel en nieuw in het repertoire van Big Dave is de aanwezigheid van een blaassectie : Jerry Cook op baritonsax, Dominic Conway op tenorsax en Malcolm Aiken op trompet. Dat alles tezamen zorgt voor een vol en levendig geluid, de band dook letterlijk in het materiaal en in een paar dagen was het gepiept. Big Dave is behalve vocaal ook te horen op de National steel gitaar, el. gitaar, harmonica en cigarbox gitaar. Ik volg al geruime tijd de gestage stroom aan vooral blanke blues cd’s niet meer, teveel clichés en sub afdeling bluesrock heeft al helemaal niks meer te maken met de blues roots. Maar er blijven altijd leuke uitzonderingen die weer hoop geven zoals The Good, the bad and the Blues, het onuitgegeven werk van de Hollywood Fats Band en ook dit album van Big Dave McLean. Hij heeft een lekkere rauwe stem met schurende rafelrandjes, een prima bluesvoice dus, die af en toe doet denken aan die van Charlie Musselwhite. Veel eigen nummers op het album waaronder het openingsnummer “Songs of the blues” waarin Big Dave een korte inleiding houdt van de blues, leuk gedaan. Een schot in de roos is het gedreven “Backwards Fool” met Dave op de smoelschuif en een lekkere solo van Malcolm Aiken op trompet met demper. Een album van Big Dave zonder een Muddy Waters song bestaat niet dus is er een prima versie van “Just to be with you” uit de roemruchte Chess jaren, er zijn nog twee prima covers, “Voodoo Music” bekend van J.B. Lenoir krijgt hier een prima make- over van Big Dave, hetzelfde geldt voor “Midnight Rider” bekend van The Allman Brothers. Vooral de blaassectie zorgt ervoor dat het geluid staat als een huis. Een prima schijfje die ervoor heeft gezorgd dat ik weer eens wat vaker een bluesplaatje draai. Jan van Leersum.
|
||||||||
|
||||||||